Tijdlijn
1300
Drie eeuwen lang graven bewoners van Giethoorn het hoogveen in de omgeving af. De turf die dat oplevert wordt als brandstof verkocht. Telkens als het veen opraakt verplaatsen zij hun dorp, vier keer in totaal. Er heerst grote armoede.
1500
Nadat het hoogveen is opgeraakt vormt de turfwinning van het laagveen de voornaamste inkomstenbron.
1581
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tegen de Spaanse overheersing krijgt Giethoorn het regelmatig zwaar te verduren. Het dorp wordt geplunderd en in brand gestoken. Soms komen de soldaten niet ver: als ze de gestolen kerkklokken over het bevroren Giethoornse Meer willen meenemen zakken ze door het ijs.
Jan Luyken. Beleg van het nabij Giethoorn gelegen Steenwijk in 1580-1581, ets, 1679-1684
1750
Omdat de bevolking groeit en de werkgelegenheid afneemt, trekken velen vanuit Giethoorn naar de veengebieden in Friesland.
1825
Regelmatig zijn er overstromingen vanuit de Zuiderzee, maar de stormvloed in 1825 is extreem. Hij duurt wel drie dagen. In de regio verdrinken 305 mensen, in Giethoorn 'slechts' 269 stuks vee.
1880
Willem Tholen en andere schilders van de Haagse School komen schilderen in Giethoorn. Zij maken het dorp bekend en het toerisme komt op.
Willem Bastiaan Tholen, Vrouw in Giethoorn, olieverf op doek
"In die dagen was Giethoorn moeilijk te bereiken en om goed logies te vinden was nog moeilijker. Een stoomboot van Zwolle afgevaren, zette ons ergens aan land en daar konden wij overstappen in de punter van den kennis, die ons naar Giethoorn zou brengen. Het was een lange tocht. Eindelijk gleden wij in de avondschemering over het spiegelgladde water Giethoorn binnen. Het was betooverend."
1940
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vinden veel onderduikers een goede schuilplaats in het waterrijke gebied in en rond Giethoorn.