Vroeger werd de bok in Giethoorn, maar ook in andere plaatsen in de Kop van Overijssel, bedrijfsmatig gebruikt. Hij werd gebruikt voor vervoer van bijvoorbeeld koeien, mest, hooi, veen en turf. De koeien stonden om en om in de bok. De ene met de kop aan bakboord en de andere met de kop aan stuurboord. De bok was groter en duurder dan bijvoorbeeld de punter. Omdat de bok niet dagelijks nodig was, hadden punterbouwers vaak meerdere bokken (en vlotten) in bezit die ze verhuurden voor een bepaalde periode.
Tegenwoordig wordt de bok gebruikt als rondvaartboot. Voor dat doel is op het onderschip, dat duidelijk afgeleid is van de bok, een overkapping gebouwd. Hij wordt niet meer met de stok voortbewogen maar is uitgevoerd met een motor. De bok heeft dus een ontwikkeling doorgemaakt van zeer praktisch vervoer van goederen tot pleziervaartuig.