Uitvaart per vlot

Vroeger kregen de naaste buren van beide kanten en/of twee buren tegenover het huis waarin iemand was overleden, direct bericht van overlijden. De luiken werden gesloten en bij de buren ging één luik van het huis gelegen naast het sterfhuis dicht. De buren verzorgen verder alles. Als de overledene een vrouw was, dan gingen de vier vrouwen naar het sterfhuis om het lijk te verzorgen en een kist te bestellen. Was de overledene een man, dan deden de buurmannen dat.

De buren stuurden de familie bericht (mondeling aanzeggen), zorgden voor koffie en bestelden broodjes voor de dag van de begrafenis. Op de dag van de begrafenis werd de naaste familie verzocht om 10.00 uur aanwezig te zijn, anders tussen 11.00-12.00 uur. Om 12.00 uur kwam de dominee een korte toespraak houden, waarna de kist door de vier naaste buurmannen de voordeur werd uitgedragen en in het vlot werd geplaatst. De kist stond zo dat de vrouwen er omheen konden zitten. Vaak deden de vrouwen een zwarte rok of schort over het hoofd. Dan werd er naar het kerkhof gevaren. De dominee met een naaste mannelijke familielid liepen voorop op het voetpad, ter hoogte van het vlot, met de andere mannen daar achter. Bij aankomst op het kerkhof werd de klok geluid.  

Tegenwoordig worden de begrafenissen door verenigingen verzorgd, maar het komt nog steeds voor dat de kist met de overledene en naaste familie met het vlot naar de begraafplaats wordt gevaren.